Wanneer krijgen we elektrische wagens die al rijdend opladen?

In tegenstelling tot een standaard elektrische wagen, die alleen een elektrische motor heeft die werkt met een batterij om op te laden, heeft de plug-in hybride wagen een dubbele motor: een elektrische en een thermische. De werking en de belastingsverdeling tussen de twee motoren is afhankelijk van de door de fabrikant gebruikte technologie. Dit is een technologie die al meerdere jaren wordt gebruikt, en die beschikbaar is op nieuwe en tweedehandsvoertuigen van Peugeot en andere merken van de Stellantis-groep.

Over het algemeen drijft de thermische motor de beweging van de wielen aan en levert de elektrische motor gewoon extra energie om het brandstofverbruik te beperken. Tijdens korte ritten kan de elektrische motor ook alleen werken.

In dit geval wordt de thermische motor niet langer aangedreven door brandstof, maar gewoon door een kleine externe batterij. De batterij laadt op zodra u remt of afremt. We kunnen dan spreken van een wagen die laadt terwijl hij rijdt! Bij sommige modellen is het ook mogelijk om de accu aan te sluiten op een stopcontact zodat die gaat werken zodra deze wordt aangezet.

Een elektrische wagen die zichzelf oplaadt, da's magie, niet? Niet altijd, nee. Dit type voertuig is bijzonder handig voor korte ritten met lage snelheid, maar het verbruikt brandstof op uw andere trajecten, vooral op de snelweg. Dit zijn meestal benzinemotoren, die verantwoordelijk zijn voor het vrijgeven van CO2 in de lucht.

De voordelen van plug-in hybride voertuigen wegen echter ruimschoots op tegen de nadelen. Ze verbruiken veel minder brandstof dan conventionele thermische motoren en stoten minder koolstofdioxide uit. Bovendien zijn ze stil en rijden ze in de stad net zo prettig als op de weg.

Inductief opladen is al beschikbaar voor mobiele telefoons en tablets met touchscreen. Met behulp van een elektromagnetisch veld wordt energie van de ene naar de andere spoel doorgegeven. Als deze technologie zou worden toegepast op elektrische wagens, zou dit twee toepassingen kunnen hebben.

In het eerste geval, dat de onderzoekers passief opladen noemen, gaat het om het parkeren van een elektrische wagen op een speciale inductieplaat, beschikbaar in specifieke parkeergarages of direct in de garage van de eigenaar. Er is wel een voorwaarde aan verbonden: de wagen moet een ontvangstspoel ter hoogte van het chassis hebben.

In het tweede geval, dat dynamisch inductieladen wordt genoemd, zou de wagen worden opgeladen door te rijden op een reeks spoelen die direct in de rijbaan zijn geïntegreerd. Het is duidelijk dat deze oplossing veel werk en grootschalige infrastructuurwerken zou vergen, wat de implementatie zou kunnen vertragen.

Ook al staat de techniek nog in zijn kinderschoenen, de eerste inductiesporen zijn al een realiteit ​​en zouden de komende jaren verder worden ontwikkeld.

De première in Frankrijk is in Satory, in de regio van Parijs, te vinden en stelt grote autofabrikanten in staat om verschillende prototypes te testen om het project vooruit te helpen. Sommige berekeningen hebben uitgewezen dat een voertuig dat rond de 100 km/u rijdt te allen tijde kan profiteren van een laadvermogen van 20 kWh.

De eerste bruikbare inductieweg zou in 2021 op het eiland Gotland in Zweden moeten worden gemaakt. Met een lengte van 1,6 km zal deze worden gebruikt voor de continue bevoorrading van bussen en elektrische vrachtwagens die het stadscentrum van Visby verbinden met de luchthaven. Dit initiatief moet het mogelijk maken om de CO2-uitstoot te verminderen en de luchtkwaliteit te verbeteren.

Een idee om de komende jaren te volgen?